Het rekenschema in de boekhouding in de branche - uitleg en voorbeeld
Wilt u de offerteprijs voor een geplande order bepalen? Het rekenschema toeslagberekening in de branche is geschikt voor het opmaken van offertes of nacalculatie voor enkel- of serieproductie. De afdeling boekhouding levert de overheadtarieven voor de overheadkosten.
De toeslagberekening in de boekhouding
- De meerprijsberekening is geschikt voor serie- of individuele productie. Er is een scheiding in individuele en overheadkosten.
- In de boekhouding worden bijvoorbeeld lonen of materiaalkosten als directe kosten beschouwd. Ze worden rechtstreeks toegewezen aan een product of een bestelling, aangezien ze uitsluitend door deze kosteneenheid worden veroorzaakt.
- Speciale directe kosten voor productie of verkoop worden niet voor alle producten gemaakt en zijn direct toe te rekenen aan een bestelling. Dit kunnen octrooikosten zijn of een speciale transportverzekering.
- De overheadkosten die niet direct toerekenbaar zijn, worden via toeslagtarieven verrekend. Deze vloeien voort uit de gemaakte overheadkosten in een vergelijkbare periode. De boekhouding levert hiervoor de gegevens.
- Het hier beschreven rekenschema is geschikt als basis voor een voorcalculatie als u een offerte wilt uitbrengen aan een klant. De regeling kan en moet altijd worden aangepast aan de individuele omstandigheden van de betreffende bestelling.
- U kunt dit rekenschema ook gebruiken om een tussentijdse of nacalculatie voor controledoeleinden uit te voeren tot aan de post "kostprijs goederen en diensten".
De berekeningstoeslag maakt een vereenvoudiging van de prijsberekening in ...
Het rekenschema voor de industrie - een voorbeeld
Stel dat een order directe materiaalkosten heeft van € 5.600,- loonkosten € 3.500,-, € 120 speciale directe kosten voor productie en € 50 speciale directe kosten voor verkoop. De uit de boekhoudkundige gegevens bepaalde overheadtoeslagen zijn 13% voor materiaal, 90% voor productie, 13% voor administratie en 5% voor verkoop. Er is een winstopslag van 15% voorzien. De klantenrekening moet 3% zijn, de agentencommissie 5% en de klantenkorting 10%.
- Bereken de materiaaloverhead als 13% van de directe materiaalkosten. U ontvangt € 728,- die u optelt bij de directe materiaalkosten. De totale materiaalkosten bedragen dus € 6.328.
- Gebruik het opgegeven toeslagtarief om de productieoverhead te berekenen uit de loonkosten. U ontvangt € 3.150,-. Tel de materiaalkosten, de loonkosten, de productieoverhead en de bijzondere directe productiekosten bij elkaar op en je krijgt de productiekosten van € 13.098.
- U berekent de administratie- en verkoopoverheadkosten aan de hand van de gegeven toeslagtarieven uit de fabricagekosten. U ontvangt € 1.702,74 voor administratiekosten en € 654,90 voor distributiekosten. Tel de fabricagekosten, de administratieve en verkoopoverheadkosten en de bijzondere directe verkoopkosten bij elkaar op. Dit resulteert in een kostprijs van € 15.505,64. Als u een herberekening doet, eindigt deze hier en kunt u de daadwerkelijk gemaakte winst bepalen.
- Voeg een winst van 15% toe aan de kosten. Dit resulteert in de contante verkoopprijs van € 17.831,49.
- U berekent de klantenrekening en de makelaarscommissie met de gegeven tarieven van de contante verkoopprijs. U moet hier echter de berekening per honderd doen. Om de klantenrekening te berekenen, vermenigvuldigt u de contante verkoopprijs met 3 en deelt u deze waarde door 97. U ontvangt een klantenrekening van € 551,49 en een makelaarscommissie van € 938,50. Door de contante verkoopprijs, klantenrekening en makelaarscommissie toe te voegen, krijgt u de doelverkoopprijs van € 2.146,83.
- Bereken de klantenkorting in de honderd van de doelverkoopprijs. In het voorbeeld is de klantenkorting € 2.146,83. Tel je de streefverkoopprijs op bij de klantenkorting, dan krijg je de nettoverkoopprijs van € 21.468,31.
- Voeg tot slot de omzetbelasting van 19% toe en het resultaat is een bruto verkoopprijs van € 25.547,28.