VIDEO: Voedselketen in bos

instagram viewer

Voorbeelden van hoe levende wezens in het bos van elkaar leven

Afbeelding 0

Gebruik voorbeelden om te laten zien wie van wie afhankelijk is om de voedselketen in het bos te illustreren:

  • Begin bij het levende wezen, dat helaas velen niet als een levend wezen beschouwen: bij de boom. Een plant is ook een levend wezen. Het verschil is dat planten hun voedsel halen uit koolstofdioxide in de lucht, uit water uit de bodem en uit zonlicht. Een plant is dus de basis van de voedselketen. Je bent een producent.
  • Bedenk nu voor welke dieren de boom als voedsel dient. Voorbeelden zijn dieren zoals rupsen die zich voeden met een boom. Maar ook "hogere" wezens, zoals een eekhoorn die de vrucht van de boom eet. Deze dieren zijn consumenten en omdat ze alleen planten eten, worden ze ook wel nieuwe consumenten genoemd.
  • Maar nu worden deze dieren zelf opgegeten. Voorbeelden zijn vogels of hagedissen die rupsen eten. De eekhoorn kan ook gegeten worden door een kat of een vos. Deze dieren zijn dan zogenaamde secundaire consumenten.
  • Nu kan het gebeuren dat er ook derde of vierde consumenten zijn, omdat grotere vogels hagedissen eten, die in dit opzicht dan derde consumenten zouden zijn. De vogel kan op zijn beurt worden gegeten door een marter, dus de marter zou een marter zijn Vierde consument en de marter wordt op zijn beurt opgegeten door een vos, die dan de vijfde wordt in de Ketting zou zijn.
  • De voedselketen in het bos - zo ziet het eruit

    Het bos is een leefgebied voor tal van planten en dieren. Deze wezens gaan een...

  • Je kunt aan de voorbeelden zien dat de positie in de voedselketen in het bos vloeibaar is in de hogere schakels van de keten. Een vos kan een derde consument zijn als hij een vogel eet die zich voedt met rupsen, maar Vierde consument, als de vogel zelf een tweede consument heeft gegeten of zelfs hoger zich bevinden.
  • Helemaal aan het einde van de voedselketen zullen er zeker weer insecten zijn en dan bacteriën. Omdat elk van de genoemde levende wezens na hun dood door hen wordt opgegeten en volledig wordt afgebroken door de bacteriën. De resulterende stoffen komen de bomen weer ten goede. Maar deze hebben nog steeds extra kooldioxide, water en zonlicht nodig om te groeien. Dus het werkt energie verloren in de keten.
Afbeelding 1

Waar de energie in de voedselketen blijft

Denk aan een voedselketen in het bos. De voorbeelden zijn boom, rups, vogel en marter.

  • Het leven verbruikt energie en dus zet de boom niet alle energie die hij verbruikt om in chemische energie. Een deel ervan wordt opgebruikt door cellulaire ademhaling. De rest is in de vorm van bladeren, twijgen, takken, enz. opgeslagen.
  • De rups eet nu aan de boom. Zelfs als dit de boom volledig zou opeten, zou de rups nooit de energie kunnen opslaan die hij van de boom opneemt, omdat de rups beweegt en ademt. Beide verbruiken energie.
  • Nu komt de vogel in het spel. De vogel kan maar een klein deel van de energie opslaan die hij van de rups opneemt. De vogel beweegt en ademt. Bovendien moet hij zijn lichaamstemperatuur op peil houden. Het verbruikt dus een deel van de energie. Daarom krijgt de marter heel weinig van de energie die de boom oorspronkelijk heeft opgenomen.
  • De energie die de marter opneemt, wordt later door de bacteriën opgebruikt wanneer ze deze na zijn dood afbreken.
foto 3

U kunt deze voorbeelden ook gebruiken om dit te illustreren. Ervan uitgaande dat de marter 1000 kcal nodig heeft om te leven, dan moet hij aan zijn behoeften voldoen door bijvoorbeeld een vogel te eten die 2000 kcal aan rupsen eet die op zijn beurt 2.500 kcal aan bladeren moest eten, waarvoor de boom op zijn beurt 3.000 kcal levert moest.

foto 3
foto 3
click fraud protection